Met de Inster begeeft Hyundai zich in een relatief jong segment: die van de compacte, betaalbare elektrische auto’s. De eerste verkoopcijfers zien er veelbelovend uit voor de Koreanen. Maar is dat succes alleen te danken aan de vertrouwde naam, of is het ook écht een goede auto? Ik testte de Inster met het 49 kWh accupakket in de uitvoering Evolve.
Specificaties Hyundai Inster zoals getest
Merk | Hyundai |
Model | Inster |
Uitvoering | Evolve |
Kleur | Abyss Black |
Prijs incl. opties | € 31.880 |
Aandrijflijn | Elektrisch |
Aangedreven wielen | Voorwielen |
Accucapaciteit bruto/netto | 49/46 kWh |
Snelladen DC | 85 kW |
Laadsnelheid AC | 11 kW |
Actieradius WLTP | 360 km* |
Vermogen | 85 kW/115 pk |
Koppel | 147 Nm |
Trekgewicht geremd | 0 kg (fietsendrager toegestaan) |
Acceleratie 0-100 km/h | 10,6 sec |
Topsnelheid | 150 km/h |
Lees ook: Hyundai Inster specificaties: afmetingen, actieradius, gewichten en meer

Nu al een succes
In de eerste vier maanden van 2025 verschenen er al 1341 Insters op de Nederlandse wegen. De concurrenten zoals de Dacia Spring (274), Dongfeng Box (303) en Leapmotor T03 (157) deden het een stuk minder goed. Alleen de Citroën ë-C3 deed het met 1814 stuks nog een stuk beter.
Voor een groot deel komt dit natuurlijk door de naam. Het merk Hyundai wekt meer vertrouwen dan een onbekende speler zoals Dongfeng of Leapmotor. Zeker omdat het aantal servicepunten van die merken beperkt is, en onduidelijk is ook of de merken over een paar jaar nog wel actief zijn in Nederland.
Ruimer dan je denkt (in de lengte dan)
Wat mij betreft ziet de Inster er lekker gek uit. Dat komt mede door de wat vreemde verhoudingen van de auto. Hij is lang, smal en hoog. Ter vergelijking: de Inster is 16 cm langer de de i10. En dat merk je vooral wanneer je achterin stapt.
Als volwassen man met een lengte van 1.83 meter, heb ik alle ruimte voor mijn benen en mijn hoofd. Ja, je kunt zonder problemen met vier volwassenen op pad met de Inster, maar met zijn drieën op de achterbank gaat dan weer niet. Daar is de Inster echt te smal voor.

En dat hij maar 1.61 meter breed is, merk je ook voorin. Nu heb ik persoonlijk geen breed postuur, maar als je dat wel hebt, kan het maar zo dat je met je schouder tegen de b-stijl aan zit. Of om het positief te benaderen: met zijn tweeën zit je heerlijk knus voorin.
De voorstoelen dragen daaraan bij, want de bekerhouders zitten vast aan de bestuurdersstoel. Daardoor lijkt het alsof je op een bankje zit, in plaats van twee losse stoelen.
Stuur uit de Ioniq 5 en 6
Kijk je verder in het interieur, dan valt op hoe volwassen het eruitziet. Zo is het stuurwiel rechtstreeks afkomstig van de Ioniq 5 en 6, inclusief de flippers voor de mate van regeneratie. Als je wilt komt de Inster helemaal tot stilstand zonder het rempedaal te gebruiken (one-pedal driving).

Dat stuurwiel heeft trouwens nog iets grappigs. Vanaf de Evolve-uitvoering beschikt deze namelijk over interactieve PIXEL LED-verlichting. Hyundai vertelt daar zelf het volgende over:
“Deze speciale 4-dot Interactive Pixel Lights geven informatie over onder meer de rijmodus en de laadstatus. Ze zorgen voor een nog intuïtievere interactie tussen de bestuurder en de auto en dat komt de veiligheid natuurlijk ten goede.” – Hyundai Nederland
Klinkt leuk, maar je hebt er helemaal niets aan. Ze vallen namelijk compleet buiten je gezichtsveld als je voor je uit kijkt. Bij mooi weer, zoals tijdens de testperiode, zie je de lampjes trouwens amper.

Goed, terug naar het interieur. Je vindt er twee digitale schermen. Beide 10,25 inch groot. De graphics zijn simpel. Ze doen eigenlijk precies wat ze moeten doen: de juiste informatie op een duidelijke manier weergeven. Android Auto en Apple Carplay zijn inbegrepen bij elke uitvoering, al moet je daarvoor wel een kabeltje gebruiken. In dit prijssegment is dat trouwens geen schande.
Onder het centrale scherm vinden we de klimaatbediening met allemaal fysieke knoppen. Top, al kan ik mij voorstellen dat je het cluster wat rommelig vindt ogen.
Fotolijstjes en elastieken
Je ziet trouwens op verschillende plekken in het interieur panelen die je los kunt schroeven. Hier kun je vervolgens weer andere panelen bevestigen. Bijvoorbeeld een elastisch net, een pasjeshouder of een fotolijstje. En aan de rugleuning van de bijrijdersstoel kun je zelfs een parapluhouder of opklaptafeltje bevestigen.

Het maakt de Inster extra praktisch. En dat zie je op meerdere plekken terug. Zo is de armsteun tussen de voorstoelen omhoog te klappen, waardoor je gemakkelijk aan de ‘verkeerde’ kant van de Inster kunt in- en uitstappen. En moet je grote of lange voorwerpen vervoeren, dan is het extra handig dat je ook de voorstoelen helemaal plat kunt doen.
Die achterbank is trouwens in twee delen verschuifbaar. En dat is eigenlijk maar goed ook, want de lengte van de auto zie je vooral op de achterbank en niet in de bagageruimte. Die is met 280 liter aan de kleine kant. Dat wordt uiteraard een stuk meer (tot 351 liter) wanneer je de achterbank naar voren schuift.
Zet je de achterbank op de middelste stand, dan heb je eigenlijk het beste van twee werelden. Je hebt dan ruim 300 liter aan bagageruimte, én voor de meeste mensen nog genoeg beenruimte.

Ook in de voorste stand kan trouwens niemand van buitenaf in je bagageruimte gluren. De hoedenplank bestaat deels uit twee flexibele flappen die bevestigd zitten aan de hoofdsteunen. Met de bank in de achterste positie hangen deze flappen dus slap. Handig!
Rijdt dat nou een beetje, zo’n Inster?
Het korte antwoord is ja. Eigenlijk is het voordeel van elektrisch rijden het grootst bij compacte auto’s als de Inster. Een grote zakenauto is altijd al comfortabel, soepel en stil. Maar in een auto als de Toyota Aygo of Citroën C1 is dat een ander verhaal. Het kleine motortje laat goed van zich horen en schakelen gaat ook niet al te soepel.
Als je vervolgens in een Inster wegrijdt, voelt het haast als een Rolls-Royce. De aandrijflijn is fluisterstil, en haperend schakelen is er niet bij. Accelereren doet hij ook lekker vlot. In 10,6 seconden zit je op de 100 km/h. Een groot verschil met de 15,9 seconden die een i10 nodig heeft voor dezelfde sprint.

Ook het lege gewicht van ruim 1300 kg speelt mee. Niet zo fijn voor de wegenbelasting, maar de Inster voelt daardoor wel heel degelijk en solide aan. Ook op de snelweg heb je eigenlijk niet door dat je met een a-segment auto onderweg bent. Ik had constant het idee met een grotere auto onderweg te zijn.
Ondanks de vrij grote raampartij is het zicht rondom niet altijd even goed. Kijk ik opzij bij het wisselen van rijbaan, dan kijk ik recht tegen de b-stijl aan. Diezelfde b-stijl zit ook in de weg als je graag met je elleboog op de deur leunt. In hoeverre je daar last van hebt hangt vooral af van je lengte.
Kijk je schuin naar achter, dan heb je daar een vrij grote dode hoek. Gelukkig zijn alle uitvoeringen van de Inster voorzien van een achteruitrijcamera die dat probleem grotendeels oplossen.
3-fase omvormer
De Inster is er met twee verschillende aandrijflijnen. Een 42 kWh (39 netto) accu in combinatie met een 97 pk sterke elektromotor, en een 49 kWh (46 netto) accu met een 115 pk sterke motor. Ik was op pad met die laatste. Volgens de officiële metingen moet de Inster op 17 inch velgen daarmee 360 km ver komen.

Tijdens de testperiode varieerde de buitentemperatuur tussen de 9 en 21 graden. Mijn gemiddelde verbruik kwam uit op 13,7 kWh per 100 km. Dat zou neerkomen op een actieradius van 331 km. Ik reed zowel op snelwegen, N-wegen als binnen de bebouwde kom.
Een prima score, want dat geeft aan dat je onder ideale omstandigheden de opgegeven actieradius prima kunt halen. Minstens zo belangrijk als de actieradius, is de laadsnelheid. Snelladen gaat met maximaal 85 kW, waardoor je in 30 minuten van 10 naar 80% kunt laden.
Dankzij een 3-fase omvormer laad je thuis of aan de publieke laadpaal met maximaal 11 kW. Rekeninghoudend met het verlies van de omvormer, laad je dan van 10 naar 100% in ongeveer 4,5 uur. Vooral die 3-fase omvormer is fijn, want dat is zeker geen vast gegeven in deze prijsklasse. Met een 1-fase omvormer zou het opladen geen 4,5 uur, maar bijna 14 uur duren.

Conclusie review Hyundai Inster
Nee, de Hyundai Inster is niet alleen populair om de vertrouwde merknaam. Hyundai heeft echt zijn best gedaan om een goede auto neer te zetten. Hij is verrassend ruim, waardoor je gemakkelijk met vier volwassenen op pad kan. De neerklapbare (verschuifbare) achterbank en stoelen maken de Inster ook nog eens bijzonder praktisch. Hij is dan misschien niet heel groot, door deze flexibiliteit kun je toch grote voorwerpen meenemen.
Rijden doet de Inster ook prettig. Je hebt nooit het idee dat je met een kleine, compacte auto onderweg bent. De auto voelt solide en degelijk aan. Het stuurwiel voor je neus geeft een hoogwaardige indruk. Als je wat breder bent, zou de Inster te smal voor je kunnen zijn. Met zijn drieën achterin zitten gaat dan ook niet. Het zicht rondom kon hier en daar beter, maar gelukkig helpen de achteruitrijcamera en veiligheidssystemen je hierbij.
Een grote plus is de 3-fase omvormer. Daardoor gaat laden aan huis en bij een openbare laadpaal stukken sneller.
De Inster opereert misschien wel in het lage prijssegment, de auto voelt nooit goedkoop aan. Met een vanafprijs van € 24.295 voor een vrij kale versie is het ook zeker niet de goedkoopste compacte elektrische auto. Maar wel een die absoluut zijn geld waar is.